De sneeuwmaker
2010
Lang geleden, in een tijd waarin weersomstandigheden nog geen wetenschappelijke verklaring hadden, leefden er sneeuwmakers. Wonend in de wolken waren zij verantwoordelijk voor het creëren van winterse sneeuwbuien. De meeste sneeuwmakers deden gedachteloos wat er van hen verwacht werd. Ze werden wakker in de schemering, maakten een nacht lang sneeuw in het gebied dat aan een ieder van hen toegewezen was, en gingen voor het ochtendgloren weer slapen. Ze leidden een luchtig leven waarin ze iedere diepgang vermeden door alleen de rol van oorzaak op zich te nemen en het daglicht op te zadelen met de gevolgen. Dat het dagelijks leven hun onstuimige sneeuwbuien vaak nauwelijks kon verdragen, liet hen koud.
Maar niet alle sneeuwmakers waren zo onverschillig. Eén van hen wilde meer doen dan de nachten uitzitten en de dagen wegslapen. Hij zag sneeuwvlokken als gedachten, en door weloverwogen beslissingen te maken zou hij het veelkleurige aardoppervlak onder zich kunnen beschilderen tot een volmaakt wit kunstwerk. Iedere nacht besneeuwde hij daarom met de beste intenties het land onder hem en vervolgens wachtte hij in het duister af totdat de vlokjes hun bestemming hadden bereikt en de ochtendzon zijn verrichtingen zou onthullen. Het maakte hem ongelukkig, want iedere dag openbaarde zich een nieuwe teleurstelling.
Hoe puur en vredelievend de gedachten van de sneeuwmaker ook waren, het resultaat was telkens weer verre van onschuldig. De sneeuwvlokjes die zuiver en zacht de hemel uit waren gedwarreld, hadden de steden in zijn gebied als munitie getroffen. De akkers waren bedolven onder een verstikkende laag massieve sneeuw dat ieder leven verdreef en de wegen tussen de steden waren onbegaanbaar gemaakt door een ijskoude, ondoordringbare opeenhopingen. De sneeuwvlokjes die zich nog in de lucht bevonden hadden zich verenigd tot een sneeuwstorm die het zicht belemmerde tot slechts enkele meters en een ieder dwong om binnenshuis te blijven.
Starend naar zijn dagelijkse oogst van chaos en verwoesting schaamde de sneeuwmaker zich diep voor zijn constante falen. Vluchten in een droomloze slaap lukte hem niet meer: nu hij wist wat voor ellende hij aanrichtte, schrok hij wakker van gewelddadige lawines zodra hij zijn ogen sloot. Met duizenden gedachten piekerde hij daarom over een oplossing voor zijn onvermogen en in de loop van iedere nacht vormden zich evenzoveel sneeuwvlokken die in de ochtendzon voor een nieuwe teleurstelling zouden zorgen.
Na verloop van tijd had de sneeuwmaker alle opties overwogen en vertraagde zijn stroom van gedachten. Steeds weer kwam hij tot de conclusie dat hij niets kon veranderen aan de manier waarop zijn sneeuw het aardoppervlak terroriseerde. Hoe hard hij ook streefde naar verandering en verbetering, zodra zijn gedachten de wolken verlieten gingen zij hun eigen, willekeurige weg. Geleid door onbekende verlangens daalden zij af als ogenschijnlijk zelfstandige individuen, en hoewel elk van hen een vooraf bepaalde bestemming had, leek geen van hen zich iets van dit beoogde einddoel aan te trekken.
Dit besef van machteloosheid groeide, het verdrong alle andere gedachten en op een dag kon de sneeuwmaker van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat aan niets anders meer denken. Toen viel de nacht, en deze eenzame gedachte dwarrelde als één enkel sneeuwvlokje langzaam naar beneden. De sneeuwmaker volgde het witte stipje dat haar weg zocht door het duister. Aan de ene kant was het een afscheid van zijn taak als sneeuwmaker, maar aan de andere kant voelde het ook als een eerste kennismaking. Alle eerdere sneeuw had hij eenvoudigweg uitgestort met alleen oog voor het eindresultaat, maar dit keer richtte hij voor het eerst zijn aandacht op de onzekere reis die elk van zijn creaties door het luchtruim aflegde.
Tot zijn verbazing merkte de sneeuwmaker dat er helemaal geen recht pad bestond tussen zijn intenties en hun uitwerking. Het sneeuwvlokje viel slechts een paar meter recht naar beneden, en toen veranderde haar baan door een zacht zuchtje wind. Geïntrigeerd bleef de sneeuwmaker kijken hoe het sneeuwvlokje haar schijnbaar grillige weg naar het aardoppervlak vervolgde, en nauwkeurig bestudeerde hij de oorzaak van iedere verandering van snelheid en richting. Uiteraard kwam ook dit sneeuwvlokje, net als de talloze voor haar, niet eens in de buurt van haar plaats van bestemming terecht, maar de sneeuwmaker genoot.
Die ochtend vierde de sneeuwmaker zijn euforie totdat de zon zijn sneeuwvlokje had gesmolten. Vervolgens rustte hij een paar uur, en in de avond overdacht hij zorgvuldig zijn nieuw verworven kennis over de krachten die regeerden tussen hemel en aarde. Duizenden sneeuwvlokjes vormden zich, en toen hij hen midden in de nacht vrijliet, hield hij rekening met de omstandigheden waarin zij onderweg terecht zouden komen. Zo creëerde de sneeuwmaker zijn eerste kunstwerk.