Sɛ·bɪs·mə

Een logische en consequente visie op de wereld en het leven



‘In het verkeerde lichaam geboren’ door seksisme en hokjesgeest

31 januari
2016

Recentelijk is er in zowel de amusementsindustrie als het maatschappelijk debat als meer dan ooit tevoren aandacht voor transgenderisme en transseksualiteit. Arie Boomsma volgt bijvoorbeeld transgender jongeren in het programma ‘Hij is een Zij, ‘Holland’s Next Top Model’ werd vorig jaar gewonnen door een meisje dat als jongen was geboren, en reality shows als ‘Onze Transgender Bruiloft’ en ‘Onze Transgender Liefde’ hebben van Louisa en Rosanna Bekende Nederlanders gemaakt. Al deze aandacht verhoogt de bewustwording van genderidentiteit en maakt voor zowel volwassenen als kinderen de wens om niet aan de sekse waarmee men geboren is te conformeren en van geslacht te veranderen bespreekbaar. Maar kan iemand eigenlijk wel ‘in het verkeerde lichaam’ geboren worden?

Het debat rondom genderidentiteit is ingewikkeld, gevoelig, en daardoor lastig te voeren. Enerzijds ontstaat er eenvoudig verwarring doordat terminologie niet eenduidig gedefinieerd is en begrippen als ‘man’ en ‘vrouw’ hun alledaagse betekenis verliezen, en anderzijds betreft het voor degenen die onderwerp van discussie zijn een thema dat hun diepste wezen raakt en vaak gepaard gaat met heftige emoties en jeugdtrauma’s. Zonder heldere definities en een feitelijke doch respectvolle benadering verzandt menig discussie daardoor onbedoeld in kwetsende misverstanden.

Definities

Ten eerste dient het onderscheid tussen sekse en gender benoemd te worden. Sekse verwijst naar het biologische geslacht van een lichaam, vrij eenvoudig te bepalen aan de hand van de aanwezige geslachtsorganen: een lichaam met een penis is een man, een lichaam met een vagina een vrouw. Gender daarentegen wordt gedefinieerd als het psycho-sociale geslacht dat iemand acht te bezitten: het gevoel mannelijk, vrouwelijk, een mengeling of geen van beide te zijn. De genderidentiteit van een individu komt in het merendeel van de gevallen overeen met de aangeboren sekse, maar zo nu en dan identificeert iemand die lichamelijk vrouw is zichzelf liever als man of andersom.

Wanneer genderidentiteit en sekse niet overeenkomen, wordt gesproken van genderdysforie, oftewel een geslachtsidentiteitsstoornis. Een individu kan er in dat geval voor kiezen om zich, met behoud van de oorspronkelijke geslachtsorganen, aan de buitenwereld te presenteren als het andere geslacht. De persoon die dit incidenteel doet, wordt travestiet genoemd, degene die het een onderdeel laat zijn van zijn of haar alledaagse levensstijl, heet een transgenderist. Daarnaast is het tegenwoordig ook mogelijk om middels een operatieve ingreep, veelal voorafgegaan en gevolgd door hormoontherapie, lichamelijk van geslacht te veranderen: degene die hiervoor kiest wordt transseksueel genoemd. De overkoepelende term voor iedereen die zich niet ‘thuis’ voelt bij zijn of haar aangeboren sekse ten slotte, is transgender.

‘Innerlijk geslacht’

Het bestaan van zowel sekse als gender valt niet te ontkennen: ieder mens heeft immers een biologisch lichaam en een psycho-sociale identiteit. Maar is het redelijk om te stellen dat een transgender werkelijk ‘in het verkeerde lichaam’ is geboren en dus een man in een vrouwenlichaam is of juist een vrouw in een mannenlichaam? Om deze vraag te beantwoorden dient te worden onderzocht in hoeverre men los van het biologische lichaam (en de bijbehorende geslachtsorganen en geslachtshormonen) een ‘innerlijk geslacht’ heeft.

Een oppervlakkige blik op de persoonlijkheid en het karakter van iemand zou aanleiding kunnen geven de persoon een bepaald geslacht toe te dichten. Zo worden rationaliteit en autoriteit vaak geassocieerd met mannen, en emotionaliteit en kwetsbaarheid met vrouwen. Maar het zou, zeker in de hedendaagse geëmancipeerde samenleving, onaanvaardbaar zijn om op basis van dergelijke eigenschappen een conclusie te trekken betreffende het geslacht waartoe iemand zou moeten behoren. Sterker nog, het zou behoorlijk seksistisch zijn om van mening te zijn dat er ‘iets niet klopt’ aan een huilende man of een zakelijke vrouw. Dat mannen ‘vrouwelijke’ kenmerken kunnen hebben, al dan niet veroorzaakt door hersengebieden die wat betreft structuur of omvang meer lijken op hun tegenhangers in het vrouwelijk brein dan dat van de gemiddelde man, staat los van hun sekse.

Een vergelijkbaar verhaal geldt voor hobby’s en interesses: hoewel bepaalde belangstellingen en bezigheden worden gezien als typische vrouwelijk, zou het kortzichtig zijn om te denken dat iemand een vagina zou moeten hebben als de persoon zich hiermee bezig houdt. Het dragen van een rok bijvoorbeeld wordt in onze hedendaagse maatschappij geassocieerd met vrouwelijkheid, maar het verlangen dit te doen is geenszins een objectief bewijs voor het vrouw-zijn. In andere culturen en in andere tijden is en was dergelijke kledij immers juist een bevestiging van mannelijkheid, denk aan de Schotse kilt of de Egyptische shendyt. Een rok kan het label ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ krijgen omdat het kledingsstuk in de samenleving wordt geassocieerd met één van beide sekses, maar bij een discrepantie tussen dit label en het sekse van de drager is het logischer te twijfelen aan het label, dat immers vergankelijk en subjectief is, dan aan de juistheid van de sekse.

Door de samenhang met cultuur en tijdsgeest is geen enkel aspect van de psycho-sociale identiteit onmiskenbaar mannelijk of vrouwelijk. Er bestaat daardoor geen enkele noodzaak om één van beide sekses aan gender te verbinden: sekse is een biologisch gegeven, mannelijkheid en vrouwelijkheid zijn concepten die naar wens invulbaar zijn. De vraag of iemand ‘in het verkeerde lichaam’ geboren kan worden, en dus een man in een vrouwenlichaam of een vrouw in een mannenlichaam kan zijn, moet dus ontkennend beantwoord worden. Natuurlijk is het mogelijk dat een man de voorkeur geeft aan activiteiten die hoofdzakelijk worden bedreven door vrouwen, maar dat maakt deze persoon een man die zich niet conformeert aan de geldende genderlabels, niet een vrouw in een mannenlichaam.

Indoctrinatie

Hoewel een mens los van het biologische lichaam geen ‘innerlijk geslacht’ heeft dat ofwel mannelijk ofwel vrouwelijk is, kan genderdysforie alsnog voorkomen. Iemand kan zich immers niet thuis voelen bij de typische eigenschappen die geassocieerd worden met de sekse die men bezit. Het probleem ligt in dat geval echter niet bij zijn of haar sekse, maar bij de samenleving die een individu zodanig heeft geïndoctrineerd met vooroordelen en een onbuigbaar beeld van mannelijk-  en vrouwelijkheid dat gepaard hoort te gaan met de aangeboren sekse dat er eerder wordt getwijfeld aan het eigen geslacht dan aan de juistheid van deze labels.

Het concept van ‘het verkeerde lichaam’ zou niet bestaan als een uiterlijke identiteit niet slechts acceptabel zou zijn binnen één van beide geslachten: in een samenleving zonder strikte voorschriften rondom kleding en uiterlijk bijvoorbeeld zou een travestiet of een transgenderist zich niet hoeven te presenteren als iemand van het andere geslacht. Hij of zij zou zich eenvoudigweg kunnen kleden en opmaken op een manier waarop hij of zij zich prettig voelt zonder dat iemand op deze presentatie een sekse-label plakt.

Maar ook in een samenleving die wel graag in hokjes denkt en op basis van gedrag het label ‘man’ of ‘vrouw’ op iemand plakt, hoeft iemand die zich niet prettig voelt bij deze tweedeling niet alsnog één van beide labels op te eisen om de genderidentiteit te omschrijven. Het getuigt juist van een consequente ideologie wanneer een transgender het sekse-label enkel gebruikt om de sekse te benoemen en niet dezelfde terminologie toepast op de genderidentiteit: het is gelijkelijk onnodig dat iemand zich in gedrag conformeert aan het verwachtingspatroon dat gepaard gaat met de aangeboren sekse, als dat iemand een sekse op zichzelf betrekt omdat deze door de maatschappij wordt geassocieerd wordt met zijn of haar gedrag.

Ombouwen

Lichamelijk van geslacht veranderen wegens het ervaren van genderdysforie gaat nog een stap verder dan enkel de eigen identiteit scharen onder de koepel van het label van de andere sekse: naast de identiteit wordt immers ook het biologische lichaam van de andere sekse eigen gemaakt. In tegenstelling tot een travestiet of een transgenderist conformeert een transseksueel zich daarmee dus compleet aan het seksisme binnen de samenleving dat de genderdysforie in de eerste instantie veroorzaakt heeft en internaliseert het hokjesdenken waarbij sekse en gender overeen dienen te komen.

Het verlangen om lichamelijk tot het andere geslacht te gaan behoren, is bovendien een wens met een puur idealistisch karakter. Niemand weet immers hoe het is om van het andere geslacht te zijn, dus weten dat het lichaam van de andere sekse beter past bij de identiteit die iemand ervaart, is onmogelijk. Het enige dat iemand die vermoedt ‘in het verkeerde lichaam’ te zijn geboren kan weten, is dat hij of zij zich ‘niet lekker in zijn vel’ voelt. Dat een geslachtsoperatie vervolgens vaak (maar niet altijd) een verbetering in de gemoedsgesteldheid teweeg brengt, heeft meer te maken met het drastische karakter van de verandering, de positieve verwachtingen die er aan zijn verbonden en het gemak van passen binnen een maatschappelijk correct hokje dan de aangemeten geslachtsdelen.

Hoewel geslachtsveranderingen niet nodig zijn, betekent dit natuurlijk niet dat transseksualiteit verboden zou moeten worden en het artsen niet zou moeten zijn toegestaan om dergelijke operaties uit te voeren. Iedere volwassene heeft, binnen de grenzen van de wilsbekwaamheid, zeggenschap over het eigen lichaam, en middels een operatie het eigen lichaam laten overeenstemmen met een ideaalbeeld behoort tot de mogelijkheden. Dit geldt voor kale mannen die haar op hun hoofdhuid laten transplanteren om jonger te ogen en vrouwen die grotere borsten willen om seksueel aantrekkelijker te zijn, dus ook voor een man die ervoor kiest om zijn penis te laten ombouwen tot vagina.

Kinderen

In tegenstelling tot volwassenen, worden kinderen geacht niet de mentale capaciteiten te hebben om ingrijpende beslissingen te nemen over hun lichaam en leven. Bij het ervaren van genderdysforie zouden operaties en hormoontherapie dan ook geen opties mogen zijn, zeker omdat het overgrote merendeel van deze kinderen in de puberteit over het gevoel in het verkeerde lichaam te zitten ‘heen gegroeid’ schijnt te zijn. Psychologische ondersteuning en uitleg over het subjectieve karakter van wat ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ is, zullen voor deze kinderen waarschijnlijk bevorderlijker zijn voor hun ontwikkeling dan rolmodellen die prediken dat de eigen sekse gelijkgetrokken dient te worden aan  de sekse die volgens de maatschappij ‘hoort’ bij het gedrag dat zij vertonen.

Kinderen zouden echter nog meer gebaat zijn bij een samenleving die genderdysforie voorkomt door de identiteit die iemand aanneemt niet te koppelen aan een bepaalde sekse. Speelgoed en kleding bijvoorbeeld zouden geen beladen onderwerpen moeten zijn waar direct de labels ‘jongensachtig’ of ‘meisjesachtig’ op geplakt worden: als niemand vreemd opkijkt van een jongetje dat met poppen speelt in plaats van auto’s en niemand hem er overspannen op wijst dat poppen ‘eigenlijk voor meisjes’ zijn, dan is er voor hem ook geen reden om te gaan denken dat hij dan misschien wel een meisje in een jongenslichaam is. Zolang alle gedrag bij beide sekses geaccepteerd wordt, is er ook geen reden om naar aanleiding van dat gedrag te twijfelen aan de sekse.

 

Geraadpleegde bronnen

https://nl.wikipedia.org/wiki/Hij_is_een_Zij
http://www.nu.nl/…deelneemster-geboren-als-jongen.html
http://www.tlc.nl/tv-shows/louisa-rosanna-onze-transgender-liefde/
https://nl.wikipedia.org/wiki/Sekse
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gender_(sekse)
https://nl.wikipedia.org/wiki/Geslachtsidentiteitsstoornis
https://nl.wikipedia.org/wiki/Transgenderisme
http://transgenderinfo.be/m/zorg/kinderen/
http://www.medisch…/Genderdysforie-bij-kinderen-gaat-meestal-over.htm

geplaatst onder Maatschappij

Jouw reactie:

 


  • 2016
  • 2015
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008

  • Privacy
    Disclaimer